• Fraude

Aantal verdachte transacties stijgt, maar cijfers vertellen niet het hele verhaal

Witwassen (900x600)

Accountants deden in 2020 minder meldingen van ongebruikelijke transacties dan het jaar ervoor, maar het aantal meldingen dat door FIU-Nederland als verdacht worden aangemerkt is juist sterk gestegen. Hoe komt dat? En wat zeggen de cijfers over het Wwft-bewustzijn onder accountants? We vragen het aan FIU-Nederland en twee accountantskantoren.

14 december 2021

Peter Steeman

Het is verleidelijk om inspanningen van accountants op het terrein van de Wwft te vertalen in cijfers. Helemaal als het aantal door accountants gemelde transacties dat door de FIU verdacht wordt verklaard een sterke stijging laat zien. Van 209 in 2019 naar 573 in 2020. Dat lijkt in eerste instantie te duiden op een flinke inhaalslag. Is de kwaliteit van de meldingen zo gestegen dat er meer ongebruikelijke transacties verdacht worden verklaard?

De werkelijkheid is iets genuanceerder. "IT speelt binnen FIU-Nederland een steeds grotere rol", aldus Sonja Corstanje, relatiemanager bij FIU-Nederland. "Medewerkers worden ondersteund door systemen bij het koppelen van informatie en het vormen van dossiers. Daardoor komen steeds meer dossiers semi-automatisch tot stand. Ook is in 2020 door een enkele accountant een groot dossier gemeld met tientallen ongebruikelijke transacties aan de FIU. Dat dossier bevatte veel transacties die verdacht zijn verklaard en is in zijn geheel ter beschikking gesteld aan de opsporing."

Ogen en oren

Overall is het aantal meldingen door accountants de afgelopen jaren sterk gestegen. Ging het in 2017 nog om 1.155 meldingen, twee jaar later was dat aantal al gestegen tot 3.424, waarvan 922 transacties met risicolanden betrof. Zonder die objectieve indicator - die inmiddels niet meer geldt – werden er in 2019 2.502 meldingen gedaan. In 2020 zit het aantal er iets onder met 2.466. Ook het aantal melders in de sector steeg in die periode van 219 in 2017 naar 372 in 2020.

Corstanje is voorzichtig in het duiden van die cijfers. "Je kunt niet zo makkelijk een conclusie verbinden aan een daling of stijging van het aantal meldingen. Sommige kantoren melden door het jaar heen tien verschillende transacties, terwijl andere kantoren in één casus honderd ongebruikelijke transacties melden. En een accountant bepaalt zelf of hij ze stuk voor stuk meldt of dat in een overall melding doet. Soms geeft juist de opeenvolging van transacties aanleiding voor een melding. Zulke verzameltransacties, die een beeld geven van meerdere transacties die een cliënt heeft uitgevoerd, krijgen we ook van banken."

'Over het algemeen is de kwaliteit van de meldingen goed. Zeker de transacties die op grond van de subjectieve indicator worden gemeld.'

Dat het aantal melders stijgt zegt iets over de bewustwording binnen de sector, aldus Corstanje. "De accountant pakt zijn rol als poortwachter. Ze leveren met de andere meldgroepen een wezenlijke bijdrage aan het bestrijden van witwassen en financiering van terrorisme. Ze zijn de ogen en oren van het financiële stelsel. Het is belangrijk dat ongebruikelijke transacties op een juiste en volledige manier gemeld worden. Over het algemeen is de kwaliteit van de meldingen goed. Zeker de transacties die op grond van de subjectieve indicator worden gemeld. Sinds begin van dit jaar is het meldformulier voor accountants vereenvoudigd. Het oude formulier was generiek. Daar zaten ook velden in die van toepassing waren op geldtransactiekantoren of autohandelaren."

Ongebruikelijk of verdacht?

Of een ongebruikelijke transactie verdacht is wordt door FIU-Nederland bepaald. Een reden kan zijn dat gegevens uit de transactie matchen met het register van de politie waarin opsporingsonderzoeken zijn opgeslagen. Een transactie kan ook verdacht worden omdat gegevens opduiken in een database van een van de 166 FIU's die wereldwijd samenwerken en informatie uitwisselen. Soms vraagt de coördinerend officier van justitie Witwassen of de FIU aanvullende informatie heeft in haar database naar aanleiding van een lopend opsporingsonderzoek. Daarnaast voert de FIU eigen onderzoek uit.

 

Paard

Annemieke Stokvis, manager kwaliteit en vaktechniek bij De Jong & Laan, ziet dat de bewustwording ten aanzien van de Wwft met name de laatste vier jaar groter is geworden. "Wanneer je tien jaar geleden vaststelde dat een dga privékosten als het onderhoud van zijn tuin in de zaak verantwoordde, was dat iets wat je in het contact met de klant ter sprake bracht. Nu wordt daar een melding van gedaan. Ook werd door collega's vaak geredeneerd dat iets nu eenmaal heel gebruikelijk is in een bepaalde branche. Dat argument steekt soms nog steeds de kop op. In de paardenhandel is het niet ongewoon een paard van een miljoen euro contant af te rekenen. Toch is het een ongebruikelijke transactie, want waar komt dat geld vandaan? Daar rolt dus ook een melding uit."

"We hebben hier als kantoor veel energie ingestoken. We geven cursussen, delen casussen en gaan met elkaar de dialoog aan. Wat speelt er? Wat kom je tegen? Wat vind je vreemd en waarom? We plaatsen dilemma's op ons intranet. Daarover voeren we discussies. Je ziet de groeiende bewustwording terug in het aantal meldingen. In 2013 hadden we pakweg tien Wwft-meldingen per jaar. Dat is voor een organisatie van zevenhonderd collega's wel wat weinig. De afgelopen jaren zijn we gegroeid naar tachtig meldingen. Dat vliegwiel is wel gaan draaien."

Afscheid

Toch is het niet vanzelfsprekend dat het aantal meldingen blijft toenemen. Stokvis: "Dit jaar komen we uit op minder meldingen. Dat komt omdat we onze klanten hebben opgevoed, opperde een collega. Misschien. We kijken in ieder geval kritischer of we voor sommige klanten willen blijven werken."

'We kijken in ieder geval kritischer of we voor sommige klanten willen blijven werken.'

"Een van onze klanten deed zaken met zestig landen. In ieder land werkte hij met een tussenpersoon maar hij had geen enkele informatie over die tussenpersonen. Daarnaast ontving hij van zijn grootste klant uit een Afrikaans land een lening van een miljoen euro, als financiering voor zijn business in Nederland. Het was duidelijk dat de beheersing van integriteitsrisico's niet op orde was. De klant wilde daar ook geen stappen inzetten. Daarom hebben we afscheid van hem genomen."

In de mkb-praktijk worden meer ongebruikelijke transacties gemeld dan in de controlepraktijk, stelt Stokvis vast. Hoe dat komt is niet onderzocht, maar ze heeft wel een vermoeden. "Een reden zou kunnen zijn dat in de mkb-praktijk sommige ondernemers hun administratieve processen wat minder strak georganiseerd hebben. Als we constateren dat een autodealer de Wwft-regels niet naleeft, dan is die constatering al een ongebruikelijke transactie voor ons. We zien ook dat ondernemers in zwaar weer gaan schuiven met belastingaangiftes. Als ze hun btw-aangiftes later indienen is het ook een melding. Bij controleplichtige ondernemingen is er vaak een raad van commissarissen of een raad van toezicht. Dan is de betrokkenheid van de dga minder groot en is er minder snel sprake van een vermenging van zakelijke en privétransacties."

"Soms is er schroom onder collega's om te melden. Staat na een melding niet meteen de Belastingdienst bij de klant op de stoep?, is dan de vraag. Zo snel gaat dat niet. Dat gebeurt meestal pas als de Wwft-melding matcht met informatie uit ander onderzoek. Waar we heel erg op hameren is dat een Wwft-melding ook in het belang van de klant is. Die is er bij gebaat om wet- en regelgeving na te leven. Als een ondernemer tegen de lamp loopt omdat hij de Wwft niet naleeft kijkt hij het eerst naar zijn accountant: 'Waarom heb je mij daar nooit op gewezen?' Je bewijst hem geen dienst als je hem uit de wind houdt. Klanten zijn gebaat bij een kritische accountant."

Angst

Wiel Moonen, compliance officer bij Deloitte, herinnert zich de aarzeling onder sommige collega's toen de Wwft in 2004 zijn intrede deed. "In het begin van de Wwft leefde de gedachte dat er alleen gemeld moest worden als er sprake was van een fraude waar de klant bij betrokken is. Vandaag de dag weten we dat als er iets geks bij de klant gebeurt je daarover moet melden. Een klant wordt bijvoorbeeld opgelicht in een cfo-fraude. Tien jaar geleden dacht de accountant: mijn klant heeft niets verkeerd gedaan. Hij heeft niet gefraudeerd. Maar ook dan is er sprake van een ongebruikelijke transactie."

"Een ander aspect waar we aan moesten wennen is dat de drempel voor het melden heel laag ligt. Het gaat om het vermoeden. Accountants willen fraude kunnen vaststellen maar voor een melding bij de Wwft hoef je de feiten niet te controleren. Er was de angst dat iedere melding automatisch leidde tot een politie-inval bij de cliënt. Ook voelde het raar om tegen derden iets te zeggen over een klant zonder dat je hem daarover informeert. Die koudwatervrees voor het melden haal je weg als je kennis gaat delen. Via de NBA hebben we destijds meegewerkt aan de praktijkhandreikingen Wwft. We zijn acht jaar geleden begonnen met het vergroten van de awareness bij onze collega's. Twaalf jaar geleden deden we één melding per drie jaar. Dat zijn er nu zo'n 260 per jaar."

Om die bewustwording vast te houden heeft Steven Pothof, Wwft-specialist bij het Professional Practice Department van Deloitte, intensief overleg met collega's. "Ik heb net weer een rondje gemaakt langs de kantoren. Dat doe ik ieder jaar. We meten het aantal meldingen per vestiging per partner per industrie."

'Als iemand opvallend weinig ongebruikelijke transacties meldt ga ik met zo’n partner het gesprek aan.'

"Als iemand opvallend weinig ongebruikelijke transacties meldt, ga ik met zo'n partner het gesprek aan. Ik zie dat je in jouw klantenportefeuille veel gemeentes hebt. Hoe kan het dat er niets gemeld wordt? Dan geef je voorbeelden om het wat tastbaarder te maken. We zien veel bijstanduitkeringsfraude bij gemeentes. Hoe zit dat bij jouw gemeente? Heel vaak krijg je in zo'n gesprek een vraag over een hypothetische klant. Zou dat ook onder de Wwft vallen? Het mooie is dat je in de maand na zo'n bezoek het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties omhoog ziet gaan."

"Eigenlijk is de vraag of een transactie gemeld moet worden niet het belangrijkste. De melding is een administratieve handeling die maar een half uur kost. Veel relevanter is de vraag wat de impact op je audit is. Als je onregelmatigheden binnen een holding vaststelt in het ene land is er misschien ook sprake van in een ander land. En wat betekent het voor de relatie? Wil je wel door met die klant?"

Alerter

Heeft de Wwft de accountant beter gemaakt? Moonen: "Misschien wel alerter. Bijvoorbeeld als het gaat om transacties met agenten in het buitenland. Gaat een betaling naar het land waar de leverancier is gehuisvest of naar een ander land? Als een klant veel contant in- en verkoopt dan vragen we ons af waarom hij dat doet. Het is risicovoller. Contant geld is duurder. Waarom is het businessmodel zo ingericht?" Toch is er ook kritiek. Moonen: "We moeten iedere fraude melden. Zelfs al is daar waarschijnlijk al aangifte over gedaan bij de politie. Daar is de wetgeving wel in doorgeschoten. Ook als een holding die wereldwijd opereert in het buitenland een van zijn medewerkers ontslaat omdat die misbruik van de company creditcard heeft gemaakt, melden we dat. Dat deden we vijf jaar geleden niet."

'Je kunt bij twijfel beter melden dan dat je later moet verantwoorden waarom je een ongebruikelijke transactie niet gemeld hebt.'

Ook bij de Jong & Laan wordt iedere fraude gemeld, aldus Stokvis. "Witwassen is een begrip dat je heel ruim kunt uitleggen. Je kunt bij twijfel beter melden dan dat je later moet verantwoorden waarom je een ongebruikelijke transactie niet gemeld hebt. Beter safe than sorry."

Sonja Corstanje geeft aan de accountant uiteindelijk zelf de afweging maakt om te melden. "Het gaat om de context. De accountant is de deskundige die weet of de transacties die hij aantreft in het kader van zijn dienstverlening voor de cliënt ongebruikelijk zijn. Dat kan niemand beter. Hij weet wat er binnen zijn vakgebied gebeurt en kent zijn cliënt."

Stap

Zowel Pothof als Moonen zien mogelijkheden om de samenwerking met FIU-Nederland verder te optimaliseren. Pothof: "We zouden op de hoogte willen zijn van trends in bepaalde industrieën. We controleren veel entiteiten in de vastgoedsector. Waar moeten we daar op letten? De informatie die de FIU deelt is heel algemeen. Ze hebben wel casussen op hun website maar die zijn niet heel relevant voor accountants."

Moonen: "Ik ben ook benieuwd welke klanten van ons frauderen zonder dat we het weten. Als anderen daarover meer informatie hebben dan horen we dat graag. Banken doen bijvoorbeeld veel meldingen bij de FIU van ongebruikelijke transacties die met overheidssubsidies te maken hebben zoals de NOW (Noodmaatregel ter overbrugging werkbehoud). Als wij inzage hebben in dergelijke meldingen komen we er achter of daar een klant van ons bij zit. Daar kunnen we vervolgens in de audit naar kijken. Dat scheelt de FIU een hoop opsporingstijd. Op die manier versterk je de keten met elkaar, dat zou echt een stap naar voren zijn. Misschien wordt de relatie met de klant ingewikkelder als je echt deelonderzoek voor de overheid uitvoert, maar vanuit onze eigen rol zie ik daar geen probleem. Sterker nog, ik denk dat de meeste commissarissen bij klanten dit waarderen. En van een klant die dit soort informatie achterhoudt wil je sowieso afscheid nemen."

FIU-Nederland laat weten dat het wettelijk niet is toegestaan deze informatie te delen. De database met ongebruikelijke trasacties heeft de gekwalificeerde status van staatsgeheim/geheim.

Aantal meldingen van ongebruikelijke transacties

Bron: jaarverslagen FIU-Nederland